Heartbeat Corvette Club

Corvette Historie: C2 (1963-1967)

De tweede generatie Corvettes, vaak "mid years" genaamd, was ontworpen door Larry Shinoda. Het ontwerp kreeg zijn belangrijkste inspiraties van een eerder gemaakt prototype genaamd de Q-Corvette, gebouwd door Peter Brock en Chuck Pohlmann en met Bill Mitchell als hoofd ontwerper. Verder kwam inspiratie van de Jaguar E-Type, waarvan Bill Mitchell er één bezat en die hij graag reed. Ook kwam er wat inspiratie van de Mako haai die Mitchell had gevangen tijdens een dag diepzee vissen.

Dit model liep vanaf 1963 tot 1967 en de achterkant van het '63 model was gelijk aan de laatste modeljaren van de C1. Een nieuwe naam werd geïntroduceerd: "Sting Ray". Het 1963 model was de eerste Corvette in een echte coupe uitvoering en dit jaar werd ook gekenmerkt door de split window achterruit. In 1971 zouden we dit kenmerk nog terugzien op de Buick Riviera. De C2 had verborgen koplampen, koelopeningen in de motorkap (die overigens niet functioneel waren) en een onafhankelijke achterwielophanging. Zora Arkus Duntov had een hekel aan de split window achterruit, omdat het een vervelend obstakel was in het zich naar achteren, maar Bill Mitchell vond het een te belangrijk ontwerpelement om te laten vervallen. Na een jaar in productie te zijn geweest werd toch maar besloten om dit kenmerk te schrappen in het '64 model. Maximaal vermogen in 1963 was 360 bruto PK en werd in '64 verder verhoogd naar 375 bruto PK's. In 1964 werden ook de nutteloze koelopeningen in de motorkap verwijderd.

In 1965 kon men voor het eerst remschijven bestellen op allevier de wielen en werden ook zij-uitlaten (side-pipes) leverbaar, welke nog tot 1967 op de optielijst zouden vertoeven. Er kwam ook een "Big Block" optie die je een 396 cu (6,49 liter) V8 opleverde met 425 bruto PK. Deze goedkopere grote motor met carburateur bood meer vermogen dan de twee keer zo dure 327 cu met Rochester brandstof injectie, wat het einde voorspelde van brandstof injectie op de Corvette. Slechts 771 exemplaren werden met brandstof injectie verkocht en in 1966 werd dit systeem geschrapt en konden er alleen nog motoren met carburateur worden besteld. Ook werd in '66 de nog grotere 427 cu (7 liter) big block motor gepresenteerd, welke in één van de meest gewilde Corvettes resulteerde. De C2 werd verder ook gekenmerkt door de Wonderbar auto-tuning AM radio, de AM-FM radio (midden 1963), air conditioning (eind 1963), telescopisch stuurwiel (1965) en hoofdsteunen (1966).

1967 zou al het laatste jaar zijn voor de C2. Er waren gerestylede voorspatborden, minder ornamenten over de gehele auto en ook de achterlichten waren voor het eerst allevier rood. Gek genoeg waren de achterlichten in 1969 weer terug niet meer allevier rood. 1967 had voor het eerst de L88 motor optie, wat resulteerde in 430 bruto PK. Onofficieel waren de vermogens echter veel hoger ingeschat, tot soms wel 560 bruto PK! Slechts 20 van deze motoren werden af fabriek geïnstalleerd. Vanaf 1967 tot 1969 was de Holley driedubbele two-barrel carburateur leverbaar (Tri Power) op de 427 cu big block. Ondanks al deze aanpassingen liep de verkoop toch met meer dan 15% terug.

Hoofdingenieur Zora Arkus Duntov bedacht in 1962 een licht gewicht versie van de C2, de Grand Sport genaamd. Deze racer werd ontwikkeld om weerstand te kunnen bieden aan Ford en wat zij aan het doen waren met de Shelby Cobra. Er zouden 100 Grand Sports gebouwd worden, maar een plotselinge ommezwaai in het beleid van GM schrapte deze plannen. Uiteindelijk werden er slechts vijf gebouwd.

De 3e generatie Corvette zou eigenlijk in 1967 worden geintroduceerd, maar door diverse kwaliteitsproblemen werd dit doorgeschoven naar het jaar erop.