Corvette Historie: C1 (1953-1962)
De eerste generatie was ontworpen door Harley Earl en werd laat 1953 geïntroduceerd en liep tot en met 1962. Deze Corvettes worden vaak de "solid axles" (starre achteras) genoemd omdat dit model nog geen onafhankelijke wielophanging had. Het ontwerp is geïnspireerd door de kleine Engelse roadsters die de Amerikaanse soldaten mee hadden gebracht uit Europa. Driehonderd stuks handgebouwde Polo White exemplaren werden in het eerste jaar gebouwd, wat dit modeljaar meteen tot het meest zeldzame model maakt. In 1955 werd de ondergemotoriseerde Corvette opgewaardeerd door de 6-cilinder lijnmotor te vervangen door een 265cu (4,34 liter) grote V8 motor.
In 1956 kreeg de Corvette een nieuw gezicht dankzij een fikse facelift. In 1957 werd een optioneel brandstof injectiesysteem aangeboden. Hiermee werd de motor één van de eerste in massa geproduceerde motoren die 1 bruto PK per cubic inch inhoud produceerde, wat een belangrijke stap was. Andere opties voor dat jaar waren elektrische ramen, een hydraulisch bediend daksysteem, 4-bak automaat en zware remmen en wielophanging.
Het 1958 model kreeg weer een milde facelift met de kenmerkende dubbele koplampen en een nieuw interieur. Het 1959-60 model kreeg weer een paar veranderingen waarmee de hoeveelheid chrome afnam en het aantal pk's toenam.
In 1961 kreeg de Corvette (en vooral de achterkant) een compleet nieuw ontwerp toen de zogenaamde "Duck Tail" werd geïntroduceerd. In feite was dit de kont van de komende nieuwe generatie, het C2 model. Met deze verandering kreeg de Corvette zijn kenmerkende vier stuks ronde achterlichten, die tot op heden zouden blijven. De "Small Block" V8 werd dit jaar vergroot tot 327cu (5,36 liter) inhoud en produceerde hiermee maximaal 340 bruto pk's. 1962 werd het laatste jaar van de C1 en hiermee het laatste jaar met de rondlopende voorruit en de starre achteras. Ook het kofferbakdeksel en de zichtbare koplampen zouden voor vele tientallen jaren verdwijnen.